Mijn moeder gaf me Bremen als tip om eens te gaan dwalen. Het leek haar echt een stad voor mij. Dat maakte me nieuwsgierig.
Ik wil van te voren nooit te veel weten over een stad. Het liefst heb ik zo min mogelijk verwachtingen, zodat ik het daar zelf kan ontdekken.
Dus heb ik alleen even 'door mijn oogharen' online wat rondgekeken naar Bremen. Hadden ze er koffietentjes? Ja, een heleboel. Hoe voelt de ‘vibe’? Een tikkeltje alternatief. Leuk! Hoeveel mensen wonen er? Half miljoen mensen. Dan is er vast genoeg te doen om me er een paar dagen te vermaken.
De doorslag gaf een schattig appartementje dat ik er vond. Daar zag ik mijzelf wel ‘wonen’. Leuke bonus: het was heel betaalbaar waardoor ik van het potje dat ik voor deze dwaaltrip had niet vier nachten weg kon (wat ik van plan was), maar acht!
Want het liefst heb ik lekker veel tijd om te dwalen. Geen haast. Dat ik een stad op mijn gemak kan leren kennen. Niet alleen de highlights maar juist ook in zijn gewoonheid.
En… mijn moeder had gelijk: Bremen bleek echt een stad voor mij.
Donderdag
Op donderdagochtend 5 juni stap ik op de ICE. Wat een lekkere treinen zijn dat toch! Ik installeer me met een cappuccino en koek to-go op mijn 1e klas plek. Zin om urenlang naar buiten te staren.
Dat moet ik even onderbreken als we na 1,5 uur in Duisburg aankomen, waar ik moet overstappen op een andere trein.
We staan eerst nog een tijdje stil vlak voor dat we bij het station zijn. Een meneer begint in het Duits tegen me te babbelen. Ik begrijp hem maar half en voel een lichte paniek. Waarom heb ik nou niet nog even mijn Duits opgekrikt met wat lesjes DuoLingo? Ik voel me altijd zo onhandig als ik Duits praat.
Maar zodra ik de trein uitstap, ben ik dat weer vergeten en voel ik de reiskriebels door mijn lijf borrelen. Alleen zijn in een ander land. Dat vind ik zo’n lekker avontuurlijk gevoel. Zelfs al ben ik pas net over de grens.
Ik heb ruim een uur de tijd en zoek op maps naar een koffietentje in de buurt. Aan de overkant van het stationsplein zit er één.
Het verrast me hoe soepel ik met de barista heen en weer Duits. Als ze het mobiele pinapparaatje niet kan vinden, lachen we samen over hoe die ineens verschwunden lijkt te zijn uit (en ben ik verrast hoe dat woord zomaar ineens uit mijn mond rolt). Het voelt als een kleine overwinning na mijn ongemakkelijke praatje vlak daarvoor.
Daarna kijk ik nog eens 2,5 uur verder uit het raam.
Vanaf Bremen Hauptbahnhof loop ik naar mijn appartement. Het is zo’n twintig minuten vanaf het station. Eens even kijken waar ik terecht gekomen ben.
Het eerste stuk loop ik door het park dat om de hoek ligt. Daarna begint ‘mijn wijk’. Een woonwijk met ook wat kleine restaurantjes. Het heeft een gemoedelijke sfeer. En dan ben ik bij mijn thuis voor de komende week.
Ik volg de instructies die ik kreeg over hoe ik binnen kom. Mijn rolkoffer sleep ik de oude houten krakende trap op.
Als ik de deur van mijn kamer binnen stap, voelt het meteen als een fijn plekje. Klein, knus, kleurrijk. Het zou zo mijn eigen huisje kunnen zijn.
Ik gooi de deuren van het balkon open. Pak mijn tas uit. En plof op de bank met een stapel boeken over Bremen die ik in het appartementje vind.
Daarna loop ik een rondje door de buurt. Veel anti-atoomstickers, vredesduiven, voortuintjes.




Ik loop een tussenstraatje in (mijn favoriete dwaalding om te doen). Benieuwd waar het me naartoe brengt.
Ik kom uit bij een groenstrook tussen de huizen door. Ik vind er allemaal spoor- en treinverwijzingen.
Nog even langs de supermarkt om de hoek voor boodschappen. Ik koop ook een boeketje bloemen, waarvan ik een paar kleine boeketjes maak die ik door het huisje heen zet.
Daarna organiseer ik een borrel voor mijzelf op het balkon.
Ik blader door 23 x Bremen: Der Schnelle Führer durch alle Stadtteille. Wat ik leuk vind is die over alle stadsdelen gaat. Ook de doodgewone, ook over die aan de randen waar het eigenlijk al geen stad meer is en de wijken die niet populair zijn.
Het nieuwsgierigst ben ik naar Findorff, dat is de wijk waar ik zit.
Ik lees dat halverwege de 19e eeuw de woonwijk werd gebouwd voor spoorwegpersoneel voor de nieuwe spoorlijn die in de tijd tussen Bremen en Hamburg kwam. Die liep over de groene tussenstrook waar ik net terecht kwam! Vandaar al die treinverwijzingen. Later is het spoor verplaatst naar hoe ik zelf met de trein aankwam.
De wijk is genoemd naar Jürgen Christian Findorff, die in de 18e eeuw in het boven Bremen gelegen moerasgebied (Teufelsmoor) veenkoloniën stichten. Om de hoek van waar ik zit, lag vroeger een haven waar turf werd aangevoerd voor kolen voor de inwoners van en bedrijven in Bremen.
Nu is er nog een klein stukje over van die haven waar vandaan je mee kan varen met een oude turfschuit door het veengebied. Dat wil ik!
Ik probeer het te Googlen. Ik vind van alles over dat die boottochten bestaan. Maar waar en wanneer en hoe je kaartjes koopt, duurt even voordat ik dat heb uitgevogeld. Maar ik vind na een tijdje een ouderwets online formulier waar je een boeking kan doen voor een groep, maar als ik door scroll zie ik dat ik ook ‘einzeltickets’ kan reserveren voor komende zondagmiddag. Het gaat door bij genoeg aanmeldingen. Duimen dat er genoeg zijn!
Vrijdag
Een eerste nacht op een nieuwe plek slaap ik vaak onrustig. Maar deze keer slaap ik lang en diep. Om half tien word ik pas wakker.
Ik klim uit mijn hoogslaper. Als ik ontbijt heb gemaakt, kruip ik weer terug. Het is zo’n knus plekje daarboven. Ik heb alle tijd.
Rond een uur of twaalf ga ik naar koffietentje Werkstatt om de hoek. Als ik er bijna ben begint het plotseling keihard te regenen. Ik heb geen jas aan en ren er naar toe. Ietwat natgeregend schuif ik aan een tafeltje. Ik bestel een cappuccino en een käsetorte. Er is het perfecte geroezemoes om bij te schrijven.
Als ik na een tijdje mijn mail check, zie dat ik een bevestiging heb gekregen van de turfschuit. Zondag ga ik varen. :-)
Terug naar mijn appartement loop ik nog even om, zodat ik alvast even kan kijken waar het vertrekpunt precies is.
Ik zie een informatiebord staan en bekijk de flyers en posters erop. Op een terras daarachter zit een meneer met een soort boerenkiel en pet die me groet. Ik groet hem terug en zeg ‘Ich habe schön gebucht”. Hij antwoordt vrolijk: “Das weiss Ich”. Ik kijk hem even verbaasd aan en hij vertelt dat hij mijn Hollandse accent herkent.
We kletsen nog een tijdje. Ik begin het steeds leuker te vinden om in het Duits te praten. Ik stuntel wel wat, maar hij luistert geduldig en het is een gezellig gesprekje. Als we afscheid nemen, zegt hij ‘Warte mal’. Hij wil me nog iets geven. Langzaam schuifelt hij naar me toe, rommelt ondertussen in zijn zak en haalt er een klein papiertje uit dat hij in mijn hand legt. Om me alvast wat in te verdiepen, zegt hij.
Het is een klein uitvouwboekje. Het voelt als een kleine schat die ik krijg. Ik leg mijn ene hand over de andere en loop met een grote glimlach terug naar huis.



Onderweg naar mijn straat kom ik nog een gebouw tegen dat me nieuwsgierig maakt. Wat is het? Ik kan het niet goed plaatsen. Nergens zie ik een aanwijzing. Ook niet op maps.
Wat ik dan nog niet weet, is dat ik vaker van dit soort gebouwen tegen ga komen. En het een begin van een fascinatie is. Weet jij wat het is?
Ik hang de rest van de middag rond in mijn huisje. Lekker om even zo’n plekje helemaal alleen voor mij te hebben. Ik kook in het kleine keukentje waar alles is.
‘s Avonds maak ik nog een avondwandeling door de wijk.
Zaterdag
Vandaag is de Findorffer wochenmarkt om de hoek. Ik wil daar iets lekkers scoren voor mijn ontbijt.
In 23 x Bremen las ik dat mensen niet alleen naar de markt komen voor hun boodschappen, maar ook om koffie te drinken en te kletsen. Dat blijkt ook echt zo. Tussen de kraampjes met fruit, brood, bloemen, kaas zijn verschillende koffietentjes. Overal staan mensen te kletsen. Het voelt zo gemoedelijk.
Ik haal een cappuccino en schuif op een krukje tussen twee groepjes pratende mensen.
Even voel ik een zweem van eenzaamheid. Iedereen staat zo gezellig te praten. Ik wil er ook aan meedoen.
Ik krijg vaak de vraag over alleen op reis gaan of ik me dan niet eenzaam voel. Toen ik nog nooit alleen op pad was geweest, was dat ook altijd iets waar ik bang voor was. Maar toen ik dat voor het eerst deed, ontdekte ik het ontzettend naar mijn zin heb met mijzelf.
Toch heb ik heel soms weleens momenten waarin ik me even eenzaam voel. Zoals nu hier op de markt. Maar ik heb ook geleerd dat het helemaal niet erg is om dat even te voelen. Het is één van de vele gevoelens die voorbij komen. Het gaat vanzelf weer voorbij. Als ik me er tenminste niet tegen verzet, want dan blijft het hangen. Ook deze keer zakt het na een paar minuten weer weg.
Als ik thuis ben met mijn lekkere broodjes, kruip ik weer in de hoogslaper. <3
Als ik uitgedommeld ben, rommel ik nog wat rond. Ga aan mijn bureautje zitten en stuur een online kaartje naar de mensen die mijn nieuwsbrief ontvangen.
En dan - na 48 uur Bremen - heb ik zin om verder te ontdekken en ga ik voor het eerst de wijk uit.
Daarover vertel ik je de volgende keer (ergens in de komende paar dagen). Dus als je dan verder met me mee op pad wil, subscribe je dan.
Ha Marieke,
Ohhh, dit doet me zo denken aan mijn allereerste blog, op Blogspot was dat geloof ik. En ik krijg direct een gevoel van heimwee en nostalgie. Ik lees graag je volgende dwaalverhalen hier en ga zelf, met jouw "ontdekkingstocht: leven op het internet" als leidraad, op zoek naar hoe ik verder wil leven op het internet. Fijn om weer met je 'mee te gaan'. Lieve groet Karin
Wat een heerlijke ontdekkingstocht! Ik vind het zelf ook altijd zo fijn om zonder voorkennis naar een stad te gaan en dan lekker rond te dwalen of gewoon een hele dag in een stadspark te zitten. Veel mensen vinden dat zonde, maar ik vind het juist zonde om als een malloot alle highlights van een stad af te racen. Ik heb niet altijd alle higlights van een stad gezien (wat soms achteraf jammer is), maar toch heb ik wel meer het gevoel alsof ik een stad meer beleefd heb. Alsof ik er écht geweest was.